Honderden doden vallen bij etnisch geweld Burundi
Het Nieuwsblad
Rik de Gendt
03 MEI 1997
BRUSSEL – Sinds begin april wordt in de zuidelijke provincies Makamba en Bururi zwaar gevochten tussen eenheden van het Burundees Tutsi-leger en Hutu-rebellen. Burgers zijn vaak het doelwit van wraakacties. In Buta kwártten woensdag bij een Hutu-aanval 36 leerlingen om het leven.
Op de verklaring van woordvoerder kolonel Isaie Nibizi, vorige dinsdag, dat het leger in de voorbije maand driehonderd Hutu-strijders had gedood, reageerden de rebellen woensdag met een bloedige aanval op het kleinseminarie van Buta, twintig kilometer ten zuidoosten van Bururi. Er vielen 43 doden, waaronder 36 leerlingen. Nog eens veertig leerlingen werden gewond. Vier van hen overleden later. In de nacht van woensdag op donderdag volgde een aanval op Bururi zelf, meer bepaald op de kathedraal, de gebouwen van het bisdom en het lyceum. Daar zouden geen doden maar wel veel gewonden gevallen zijn.
De aanvallen zijn het werk van „Hutu-rebellen”, verzamelnaam voor drie gewapende verzetsgroepen, het CNDD-FDD, de Palipehutu en de Frolina, die de laatste tijd meer en meer onder een gezamenlijk commando optreden. Zij waren aanvankelijk vooral actief in de noordelijke provincie Cibitoke, met aanvallen vanuit basiskampen in Oost-Zaïre.
De burgeroorlog aldaar dreef hen eind vorig jaar naar Tanzania, van waaruit zij de laatste weken het zuiden van Burundi belagen. Volgens waarnemers in de hoofdstad Bujumbura zouden de rebellen daar nu over 2.500 manschappen beschikken. Voorbereidselen laten veronderstellen dat zij binnenkort in het oosten, in de provincies Cankuzo en Ruyigi, een derde front openen. De huidige crisis begon op 21 oktober 1993, toen Tutsi-militairen, in een poging om de macht te grijpen, de eerste vrij verkozen Hutu- president, Melchior Ndadaye, vermoordden. In het etnisch geweld dat daarop volgde, kwamen naar schatting al 150.000 Burundezen om het leven.
@AGNews 2002
|